Late aardappelen hebben een lange rijpingstijd en worden geoogst tussen september en oktober, het einde van het aardappelseizoen. We presenteren de beste late aardappelrassen en geven tips over het telen van late aardappelen.

Aardappelen (Solanum tuberosum) verschillen niet alleen in uiterlijk, smaak en kookeigenschappen, maar ook in hun rijpingstijden. Bovendien luiden late aardappelen het einde van het aardappelseizoen in met hun late oogst.
Latere aardappelen: Wat is dat eigenlijk?
Onder de late aardappelen vallen alle rassen die een teelttijd van meer dan 140 dagen nodig hebben tussen poot en oogst. Zeer late variëteiten kunnen tot 180 dagen nodig hebben om te groeien en moeten daarom vroeg genoeg worden geplant en indien mogelijk aangemoedigd.
Wat is het verschil tussen nieuwe aardappelen en late aardappelen? Alle rassen die minder dan 140 dagen teelttijd nodig hebben, worden geteld als nieuwe aardappelen. Vroege aardappelen kunnen al in juni worden geoogst, terwijl late aardappelen pas in september worden geoogst, wanneer het blad volledig is afgestorven. Terwijl laatrijpe aardappelen veel langer kunnen worden bewaard, lijken vroegrijpe rassen minder last te hebben van aardappelziektes zoals Phytophthora infestans).

De lekkerste late aardappelrassen
De late aardappelrassen zijn er in een grote verscheidenheid aan vormen en kleuren. We geven een overzicht van verschillende late aardappelrassen.
'Agria': Hoogproductief, overwegend vastkokend aardappelras uit Duitsland uit 1985. Het vormt grote, ronde tot langovaal gevormde knollen met diepgeel vruchtvlees en een aromatische smaak.
'Bamberger Hörnchen': Populair oud aardappelras uit het Bamberg-gebied, ontstaan rond 1870. De langwerpige knollen met het diepgele, vastkokende vruchtvlees hebben een pittige smaak en zijn ideaal als gebakken en gekookte aardappelen.
'Blaue Anneliese': Heel laat, plakkerigAardappelras met dieppaarse knollen. Het vlees is extreem donker, de schil is bijna zwart. De sterke, pittige smaak is bijzonder effectief in aardappelsalade of als gebakken en gebakken aardappelen.
'Carolus': Bloemige, rondovale aardappelen met opvallende rode ogen op de beige schil. Het Nederlandse ras heeft een hoge opbrengst en is slechts licht vatbaar voor Phytophthora.

'Granola': Oud aardappelras met een pittige smaak en klassieke geelbruine, ruwe schil en geel vruchtvlees. De overwegend wasachtige variëteit vormt grote, rond-ovale knollen.
‘Heiderot’: Langovaal rood aardappelras met een aromatische en licht boterachtige smaak. De knollen, die van binnen en van buiten dieprood tot magenta zijn, zijn vettig en zijn ideaal als gebakken en gepofte aardappelen of in een kleurrijke aardappelsalade.
'Pink Pine Cone': Croissantvormige, vastkokende aardappelsoort met een goede, pittige smaak. De schil is rozebruin van kleur, het vruchtvlees lichtgeel. Deze oude variëteit werd rond 1850 in Engeland gekweekt.
‘Sarpo Mira’: Overwegend vettig aardappelras uit Hongarije met een mooie, lichtrode schil en diepgeel vruchtvlees. Het vormt zachtroze bloemen en heeft een licht fruitige smaak.
'Vitelotte': Oud Frans, licht knobbelig aardappelras met vrij kleine knollen. De schil is donkerviolet, het vruchtvlees is meestal lichtgeel en violet gemarmerd.

Plant late aardappelen
Late aardappelen worden geplant tussen eind maart en begin mei. Bij het poten van aardappelen moet de grond al 8 tot 10 °C warm zijn. Als je aardappelen in een pot wilt planten, moet de planter minimaal 10 liter aarde bevatten. Een voedingsrijke potgrond, zoals onze veenvrije Plantura biologische tomaten- & groentegrond, voorziet de aardappelen de eerste weken na het planten van de nodige voedingsstoffen. Het hoge compostgeh alte ondersteunt een losse bodemstructuur waar wortels gemakkelijk doorheen kunnen dringen en dient als wateropslag. De knollen worden op een diepte van ongeveer 10 cm geplaatst en buiten licht opgehoogd. Geef eenmaal krachtig water als de grond droog is en geef het hele seizoen regelmatig water als het in potten wordt gekweekt.
Late aardappelen oogsten
Later aardappelenzijn klaar om te oogsten zodra de bovengrondse aardappelplant volledig is afgestorven. Dit gebeurt tussen september en eind oktober. Nu kunnen de knollen met een graafvork uit de grond worden gehaald en op een droge en koele plaats worden bewaard. Gedetailleerde instructies voor het oogsten van aardappelen vindt u in ons speciale artikel.
In de zomer legt een goede verzorging van de aardappel de basis voor een goede opbrengst. We geven tips over water- en bemestingsvereisten en andere zorgmaatregelen.